Door Catarina Dutilh Novaes (Hoogleraar, Vrije Universiteit Amsterdam)

Filosofie heeft een genderprobleem: wij hebben de laagste proportie vrouwen bij universitaire aanstellingen van alle disciplines in de Geesteswetenschappen, ergens rond de 20% (hoewel het moeilijk is om aan precieze aantallen te komen en er veel geografische variatie bestaat). Het lijkt een multi-causaal fenomeen te zijn en dus een probleem dat niet makkelijk opgelost kan worden. Een mogelijke verklaring voor deze situatie is het mannelijke karakter van de filosofische canon; vrijwel alle ‘klassieke’ auteurs die regelmatig gelezen en besproken worden zijn mannen. Daaraan wordt gewerkt, onder andere door het herontdekken van het werk van vrouwelijke filosofen van andere tijden, die onterecht niet genoeg aandacht van de canon hebben gekregen.

Maar filosofie heeft ook een kleurprobleem: niet alleen zijn de auteurs van de filosofische canon bijna allemaal blanken, maar ook huidige filosofen aan zowel Europese als Noord-Amerikaanse universiteiten zijn voornamelijk blanken. Dit in tegenstelling tot de multiculturele en veelkleurige samenleving in veel van deze landen. (Eerlijk gezegd is dit een probleem van academia in het algemeen; bij voorbeeld, in het Verenigde Koninkrijk is er maar 0,4% zwarte hoogleraren, terwijl 2,8% van de bevolking in het algemeen zwart is.)
Bij ons is de situatie niet anders. Er zijn nauwelijks niet-blanke collega’s onder filosofen met een universitaire aanstelling in Nederland. (Een uitzondering is onze eigen Helen de Cruz, die half-Maleisiër is en binnenkort werkzaam bij de VU.) En om eerlijk te zijn, ik kan me ook nauwelijks niet-blanke studenten herinneren, aan de 3 verschillende universiteiten waar ik de laatste 10 jaar heb gewerkt (Leiden, UvA, Groningen). Het zou zeker gunstig zijn om meer studenten met verschillende culturele achtergronden naar de filosofie te kunnen trekken – goed voor de filosofie, in ieder geval. Maar zou het ook in hun voordeel zijn?
Filosofie lijkt in meerdere opzichten een ‘luxe keuze’ te zijn (net als andere disciplines in de Geesteswetenschappen); volgens sommigen, studenten met een onzekere economische achtergrond kunnen beter op wat meer ‘praktische’ keuzes focussen, zoals b.v. informatica of economie. Niettemin, in de praktijk is een opleiding filosofie lang niet zo ‘nutteloos’ als men denkt; afgestudeerden in de filosofie vinden vaak werk bij de overheid, in de journalistiek, en andere beroepen waar helder denken en goede argumentatie vaardigheden van belang zijn. Met andere woorden, dit zou niet een belemmering moeten zijn voor studenten met allerlei achtergronden om voor filosofie te kiezen.
En toch blijft het idee hangen dat filosofie een zaak voor blanken is en dit is zeer spijtig. Hoe zouden we dit beeld van de filosofie bij het grote publiek (en onder filosofen ook) kunnen veranderen? Een voor de hand liggende suggestie is het herontdekken van niet-Europese, niet-blanke filosofen zoals Ibn-Sina, Confucius, Panini, die net zo indrukwekkend en grandioos zijn als de bekende gezichten van onze canon (Plato, Aristoteles (en hoe blank waren ze eigenlijk?), Thomas van Aquino, Kant etc.), als de vrouwelijke filosofen van vroeger die nu in het zonnetje worden gezet.
Nou, dit wordt een makkie! Er bestaan zeer rijke filosofische tradities, alleen al in China, India, en in de Islamitische wereld, en waarschijnlijk ook elders. Gezien de kleuren van de Nederlandse samenleving ligt het vooral voor de hand om meer aandacht te besteden aan de Islamitische traditie, en dat wordt al (enigszins) gedaan (er bestaat bijvoorbeeld een aanstelling voor filosofie in de Islam bij de Vrije Universiteit). Maar het kan en moet beter. Immer, een van de belangrijkste en meeste invloedrijke filosofen aller tijden is de Pers Ibn-Sina (Avicenna), wiens invloed overal te zien is, niet alleen in de Islamitische traditie maar ook in de Europese traditie. (Kant wist het niet, maar hij was stiekem een Avicenniër.)
avicenna-980-1037-arab-physician-everett
Het zou niet zo moeilijk moeten zijn, denk ik, om aandacht te besteden aan Islamitische filosofen zoals Ibn-Sina, Al-Farabi, Al-Ghazali, en veel anderen, bij het doceren van filosofie op middelbare scholen en op universitair niveau. (Peter Adamson, van de LMU in München, produceert de fantastische podcast series ‘History of Philosophy with no Gaps’, waarin veel materiaal over deze en andere auteurs te vinden is.) Misschien ben ik een vreselijke optimist, maar ik denk echt dat wij daardoor studenten met meer gevarieerde achtergronden (en kleuren!) naar de filosofie zouden kunnen brengen. Dit zou in ieders voordeel zijn – niet alleen van de studenten zelf (filosofie is leuk!), maar vooral van ons allen, wanneer een meer gevarieerd gamma van perspectieven en achtergronden vertegenwoordigd zou zijn in onze collegezalen, en later onder collega-filosofen.


Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend

1 Comment

  1. Ik vraag me af of het nu werkelijk het grootste probleem van de academische filosofie is, dat het in hoofdzaak door blanke mannen wordt beoefend. Een groter probleem is m.i. de daling van het niveau gedurende de laatste drie decennia. In die tijd is het vak ook langzaam van karakter veranderd. Lag vroeger de nadruk op lezen en denken, tegenwoordig is filosofie een ‘gewoon’ leervak. Weliswaar is het zo hier en daar wat opgeleukt maar dat neemt het bezwaar niet weg. Het moet ook allemaal sneller, terwijl de beschikbare tijd ook nog wordt bekort door het feit dat veel studenten moeten werken om aan geld te komen. Op die manier blijft er weinig tijd over om je nu eens echt in Kant, Hegel of Heidegger te verdiepen.
    De oververtegenwoordiging van de ‘blanke mannen’ lost zich voor een deel waarschijnlijk vanzelf op. Allochtone jongeren zullen zich bij de keuze voor een wetenschap steeds minder laten leiden door de evidente aansluitingsmogelijkheden tussen de studie en de arbeidsmarkt. Ik geloof niet dat het zinnig is om deze mensen te lokken met rolmodellen. Bij een vak als wiskunde kijken studenten ook niet naar kleurtjes. Dit alles nog los gezien van het feit dat de wieg van de westerse filosofie in Voor-Azië en Griekenland stond, en dat de belangrijke filosoof Augustinus uit Afrika kwam.
    Aan vrouwelijke filosofen wordt niet zoveel aandacht besteed. Wat niet wil zeggen dat ze er bekaaid afkomen. De beauvoir, Arendt en Nussbaum worden wel degelijk gelezen. Ook hier zal de tijd corrigerend optreden. Ik zou zo uit mijn hoofd geen enkele vrouwelijke filosoof kunnen opnoemen die niet in de twintigste eeuw heeft geleefd. Wat dat betreft kun je het vergelijken met vrouwelijke kunstenaars. Voor het aanbreken van de twintigste eeuw zijn er maar een namen bekend die de moeite van het onthouden waard zijn, nadien heeft zich een snelle inhaalslag voltrokken.

Comments are closed.