Door Jozef Keulartz (Emeritus bijzonder hoogleraar Duurzaamheid Radboud Universiteit Nijmegen)

‘Pas op voor de natuurbeschermers’, waarschuwt Maria Quist in de Volkskrant van 10 maart. In felle bewoordingen hekelt zij hun voornemen om meer grote hoefdieren (herten, wilde zwijnen, runderen, paarden en wisenten) op de Veluwe los te laten. Dat zou ten koste gaan van de eeuwenoude biologische en ecologische processen. Niets is minder waar – juist het huidige beleid is voor die processen funest.

In dat beleid spelen jagers een centrale rol; zij zouden verantwoordelijk zijn voor een duurzaam populatiebeheer. Daarbij wordt de jacht vaak voorgesteld als substituut voor predatie door grote carnivoren zoals de wolf en de lynx. Maar die voorstelling van zaken deugt niet. In onze contreien wordt de omvang van populaties van grote hoefdieren niet zozeer gereguleerd door predatie maar veeleer door het voedselaanbod.

Maar met dat gegeven wordt in het Nederlandse faunabeheer geen rekening gehouden. In tegendeel: door het instellen van doelstanden wordt juist voorkomen dat het voedselaanbod het aantal hoefdieren kan reguleren. Daarbij valt op hoe ontzettend laag die doelstanden zijn: voor het edelhert wordt uitgegaan van zo’n drie dieren per 100 hectare, voor het ree geldt een maximum van zo’n vijf dieren per 100 hectare, en voor de wisent gaat men uit van vijf dieren per 1.000 hectare bos.

Een voorbeeld: Uit het Faunabeheerplan Grofwild van de Faunabeheereenheid Gelderland 2014-2019 blijkt dat men voor de Veluwe uitgaat van een draagkracht van 18.000 edelherten – dat zijn twintig exemplaren per 100 hectare. De doelstand bedraagt 2029 edelherten – dat zijn circa twee per 100 hectare. Ter vergelijking: in de Oostvaardersplassen bevinden zich momenteel 2300 edelherten, een paar honderd meer dus, en dat terwijl dit gebied (met 3.000 hectare) zo’n dertig keer kleiner is dan de Veluwe (90.000 hectare).

Om die ontzettende lage doelstanden te bereiken moeten jaarlijks zo’n 60% van de edelherten en 80% van de wilde zwijnen worden afgeschoten. Iemand heeft ooit uitgerekend dat het jaarlijks afschot op de Veluwe te vergelijken valt met een plaag van 1.400 wolven gedurende acht maanden. Niet voor niets noemt wildbioloog Geert Groot Bruinderink de Veluwe ‘de grootste schiettent van Noordwest-Europa’.

Het streven om natuurlijke processen te herstellen met behulp van natuurlijke begrazing door grote hoefdieren wordt door zo’n grootschalige bejaging volledig om zeep geholpen. Dieren in het wild zijn geëvolueerd in een omgeving met periodieke voedseltekorten. Het gevolg van gebrek aan voedsel is dat ze in een spaarstand raken. Herten hebben in de winter een ‘verborgen winterslaap’, waarbij hun energiegebruik daalt naar 13% van het jaarlijks gemiddelde.

Een ander natuurlijk proces betreft de verminderde vruchtbaarheid van vrouwtjes die bij vermagering optreedt. Als de verhouding tussen spierweefsel en vet verschuift in de richting van spierweefsel, vindt op een bepaald moment geen eisprong meer plaats en worden de vrouwtjes niet vruchtbaar. Ze slaan dan een jaar over met het krijgen van een jong, wat de vrouwtjes de gelegenheid geeft weer voldoende aan te sterken. Dat is een intern mechanisme van aantalregulatie in relatie tot de draagkracht van een natuurgebied.

Een pervers gevolg van grootschalige bejaging is dat de reproductiesnelheid van de hoefdieren kunstmatig wordt opgevoerd. Wilde zwijnen op de Veluwe brengen vier keer meer biggen voort dan natuurlijk is. En Veluwse herten produceren gemiddeld 1 tot 1,5 kalfje per hinde, tegenover 0,6 in de Oostvaardersplassen.
De conclusie kan alleen maar luiden dat het huidige beleid funest is voor het herstel van de natuur – hoog tijd dus voor verandering!


Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend

1 Comment

  1. Uw artikel is zonder reserve een uitstekende weergave van het vigerende schietbeleid van de beheerders op de Veluwe.

    Natuurlijk ben ik op de hoogte van de destijds gedane bevindingen van de heer Groot Bruinderink. Voor zijn onomwonden verslag had ik meteen bewondering. Echter, het stoorde mij dat zijn oordeel niet vergezeld ging van cijfertjes ter zake. Om aan dat storende gemis te voldoen besloot ik destijds om die zelf erbij te verzamelen. Aldus bevat mijn database op grotendeels alleen de Veluwezoom inmiddels al meer dan 300 schietstellingen – in de meeste gevallen vaste schietstellingen – die in mijn database alle vergezeld gaan van de coördinaten en gefotografeerde beelden.

    Het is waarlijk een zwijnenbende op Veluwezoom. Natuurlijke processen en vrije ongestoorde ecologische ontwikkelingen zijn er helaas beperkt waar te nemen. Ik bezocht talrijke gebieden, van Taiga tot Karpaten en nergens ontmoette ik een zo intens schietterein als de Veluwe.

    Ruud Lardinois

Comments are closed.