Door Eric Schliesser (Hoogleraar Universiteit van Amsterdam)

Het Liberalisme heeft door de eenzijdige nadruk op de economie en haar argwaan tegenover staatsinmenging om ongelijkheid tegen te gaan een slechte naam gekregen. Maar een van haar meest nobele, morele kern-ideeën is de vrijheid van beweging; dit idee omvat drie aspecten: (I) de vrijheid om binnen de landsgrenzen te verhuizen. Het verbod hierop is nauwelijks meer voor te stellen, maar het hing samen met kartel-vorming door gildes en de angst om armen van elders via de lokale parochie te moeten ondersteunen. (II) De vrijheid van emigratie. Hoewel Socrates het al in de Crito van Plato als een deugd van de Atheense wetten beschouwt (51d), moet het vaak opnieuw bevochten worden. Overheden, m.n. onvrije overheden, zijn vaak bang voor leegloop (= lagere belasting, minder soldaten, lagere economische groei, enz.). (III) De vrijheid van immigratie. Toen het Liberalisme in de 18e en 19e eeuw opkwam was er nauwelijks een beperking hierop. Overheden zagen alleen maar de voordelen van immigratie (= meer economische groei, hogere belasting, kennis overdracht, meer handels-connecties, meer mogelijke soldaten, enz.). Dit betekent niet dat de nieuwkomers dezelfde (toch al niet ruime) rechten als de bestaande burgers kregen, maar de meeste beperkingen op immigratie dienden het (vermeende) algemeen belang (publieke gezondheid; geen schuldenaars; geen misdadigers, geen staatsvijanden, enz.).


We moeten echter constateren dat waar het Liberalisme erin slaagt (al dan niet met andere emancipatoire bewegingen) om algemeen stemrecht in te laten voeren, immigratie een politiek probleem wordt. Immigranten worden als een bedreiging gezien: grote aantallen stemmers vermoeden (al dan niet terecht) dat ‘de immigranten’ de lonen omlaag drukken; werkloosheid onder autochtonen generen; een aanspraak op royale sociale voorzieningen plegen (een moderne versie van (I)); problemen (criminaliteit, slechte hygiëne, enz.) met zich mee brengen.* Daarnaast is er in veel democratieën een inmiddels lange geschiedenis van etnische en raciale argwaan voor buitenstaanders. Zelfs immigratie-landen (zoals Australië, Canada, en de Verenigde Staten) selecteren doorheen de 20e eeuw regelmatig aan de poort op basis van etnische afkomst. Een schrijnend Vaderlands voorbeeld is de deportatie van “overtollige Chinezen” in de dertiger jaren van de vorige eeuw.

We kunnen dus stellen dat hoewel democratieën het Liberale standpunt op twee van de drie bewegingsvrijheden omarmt — (I) de vrijheid om binnen de landsgrenzen te verhuizen & (II) De vrijheid van emigratie — het Liberalisme het wat de vrijheid van immigratie betreft, het structureel tegenover de democratie aflegt. Het dagelijkse nieuws toont hoe dit tot zeer inhumane toestanden leidt.

Wat vaak vergeten wordt is dat deze nederlaag van het Liberalisme tegenover de democratie ook andere praktische/conceptuele/ideologische neveneffecten heeft; deze neveneffecten maken de wereld er niet vreedzamer op. Ik geef een voorbeeld: deze Liberale nederlaag ondergraaft het idee dat talige/etnische/religieuze minderheden zonder staat hun nationale aspiraties moeten opgeven en bestaande grenzen moeten accepteren. Immers die bestaande grenzen betekenen ook dat bij noodsituaties de deuren gesloten kunnen blijven en — zoals de praktijk leert — zullen blijven. Wie bij voorbaat weet dat men elders niet gastvrij ontvangen zal worden moet naar andere, vaak militante lokale oplossingen zoeken; dit genereert weer lokale instabiliteit en frictie waardoor er meer mensen willen emigreren, met een vicieuze cirkel als gevolg.

Is het onvermijdelijk dat democratieën het Liberale idee op de vrijheid van immigratie blijvend verwerpen? Vermoedelijk niet. Bij structurele vergrijzing worden immigranten misschien als noodzakelijk kwaad getolereerd. Er zijn ook situaties waarin immigranten als economische en culturele verrijking gezien kunnen worden; hoe zo’n situatie te bereiken is een van de grote politieke uitdagingen van onze tijd.

*Ik ken geen goed moreel argument tegen het recht op immigratie. Er zijn wel goede praktische redenen om de aantallen te reguleren.


Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend

1 Comment

  1. Dat men in de negentiende eeuw in geheel andere politieke en sociale omstandigheden heeft bedacht dat vrijheid van immigratie onderdeel uitmaakt van (een formulering van) de politieke theorie (of ideologie?) van het Liberalisme lijkt me geen argument om dit om wille van de consistentie ook vandaag de dag na te streven. Het openen of sluiten van grenzen is een hedendaagse politieke keuze waar ideologische, economische, sociale en humanitaire overwegingen aan ten grondslag dienen te liggen. Het ijkt mij daarbij geheel gerechtvaardigd dat men als samenleving criteria opstelt aan de hand waarvan wordt bepaald welke immigranten recht hebben op burgerschap. Deze politieke keuze kan vooralsnog het beste genomen worden d.m.v. democratische besluitvorming. De stereotypering en discriminatie van immigranten onder de bevolking zal hierbij ongetwijfeld een rol spelen, maar dat is nu eenmaal een noodzakelijk kwaad onder een democratisch bestel. Dat het reguleren van migratie voor veel narigheid zorgt voor de mensen die worden buitengesloten is duidelijk – al acht ik het punt over de relatie met de groei van nationalisme wat gezocht.
    Dit alles betekent natuurlijk niet dat men kan betogen dat er een soepeler migratiebeleid moet komen. Maar het lijkt mij effectiever dit te doen met praktische politieke argumenten die overtuigend zijn voor Europese burgers, in plaats van te verwijzen naar een negentiende eeuws idee.

Comments are closed.