Door Helen de Cruz (Universitair hoofddocent Saint Louis University)

In de jaren 1970 had Maleisië nog geen economische welvaart bereikt en leefden veel mensen er in relatieve armoede. Mijn vader was zo iemand – zijn vader was gestorven toen hij twaalf was en zijn moeder was nauwelijks in staat om voor hem en zijn zes jongere broers en zussen te zorgen. Zijn familie werd ondersteund door een Amerikaanse non-profit organisatie (ik weet niet welke) om te kunnen overleven. De dagelijkse kost was rijst met sambal. Vlees was een ongekende luxe. Mijn grootmoeder kon de schoolbijdrages voor haar kinderen niet betalen.

Mijn vader wou de extreme armoede van zijn jeugd achter zich laten en reisde toen hij midden in de twintig was naar Duitsland waarover hij hoorde dat er veel kansen waren op werk en het bereiken van een goede levensstandaard. Het was een avontuurlijke reis als verstekeling op een boot, liftend, en veel te voet, door landen als Iran en Afghanistan heen.

Helaas, in de 2de helft van de jaren 1970 plaatste Europa als gevolg van een stagnerende economie een rem op economische migratie. Aangezien mijn vaders leven niet in gevaar was, maar hij enkel armoede wou ontvluchten, werd besloten dat hij geen recht had om in Europa te blijven. Hij reisde van Duitsland naar Groot-Brittannië en België, waar hij telkens hetzelfde verhaal hoorde: je bent ‘maar’ een economische migrant, dus je moet terug.

Gelukkig ontmoette hij in België mijn moeder die werkte als vrijwilligster in een centrum waar asielzoekers en illegale migranten werden opgevangen alvorens verplicht weer naar het land van oorsprong te worden gestuurd. Dankzij haar kon hij in België blijven en uiteindelijk vijf jaar later de Belgische nationaliteit krijgen, iets waar hij nog steeds trots op is. Mijn ouders zijn nog steeds getrouwd, overigens. Als kind vroeg ik me steeds af met welk recht landen mensen het recht ontzeggen om er een beter leven op te bouwen. Op welke grond kon België mijn vader terugsturen? Ik hoorde telkens weer: omdat het niet houdbaar zou zijn om alle economische migranten te accepteren. Omdat hij niet echt in gevaar was, maar gewoon een beter leven wou. In de huidige situatie met vluchtelingen uit Syrië en andere landen wordt telkens weer met klem gesteld dat Syrische vluchtelingen geen economische migranten zijn (mensen die de vluchtelingen liever niet naar Europa zien komen, stellen dan weer dat ze enkel erop uit zijn om zichzelf economisch te verbeteren).

Maar welke morele basis is er voor landen om de grenzen te sluiten voor wie een beter leven wil opbouwen? Ik ben blij te zien dat er meer en meer stemmen opgaan voor open grenzen: auteurs die stellen dat er geen morele basis is om de grenzen niet open te gooien voor economische (en andere) migranten. Zoals Alex Tabarrok stelt “What moral theory justifies using wire, wall, and weapon to prevent people from moving to opportunity? What moral theory justifies using tools of exclusion to prevent people from exercising their right to vote with their feet?”

Er is geen morele theorie: Rawls bijvoorbeeld, gebruikt de idee dat je bij het opbouwen van een maatschappij je moet voorstellen dat je niet weet waar je zelf terecht komt in de maatschappij. Dus je kunt geografisch geluk hebben en in een mooi welvarend land als Nederland geboren worden, of pech hebben en in Maleisië terechtkomen. Als je niet op voorhand wist dat je de geografische geboorteloterij zou winnen, zou je dan stellen dat landen zomaar hun grenzen kunnen sluiten voor migranten?

Er is ook een economisch argument. Economische migratie is een bijzonder efficiënte manier om armoede te bestrijden – migranten sturen geld naar hun thuislanden, wat alles tezamen meer verwezenlijkt dan ontwikkelingssamenwerking (zie hier). Het heeft ook voordelen voor de landen die migranten verwelkomen. Migranten komen met verschillende skill sets en er zijn tal van studies die aantonen dat migranten meer bijdragen aan de economie dan ze kosten.

Er zijn veel voordelen verbonden aan leven in Europa. Mijn vaders pensioen is een stuk beter dan wat hij in Maleisië zou hebben. Hij hoeft niet bang te zijn zijn politieke mening te uiten. Hij kan naar de kerk gaan zonder probleem (Maleisië is een islamitisch land waar het christendom in theorie is toegelaten, maar in de praktijk wordt het hen wel heel moeilijk gemaakt). Zijn beide dochters konden studeren en zelfs beiden een PhD behalen (in de filosofie en de fysica respectievelijk). Voor mensen die het geluk hebben in België geboren te zijn is dat evident. Voor mensen die toevallig pech hebben en in een land geboren zijn waar ze sterk beperkt zijn in de toekomst die ze kunnen opbouwen, is het nu bijna onmogelijk om nog naar Europa te komen.


Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend

1 Comment

  1. Om de advocaat van de duivel te spelen: hoe zit het nou met het argument dat het niet houdbaar zou zijn om alle immigranten binnen te laten? Zegt ze i) dat het wel degelijk houdbaar zou zijn, of ii) ook als het niet “houdbaar” zou zijn, weegt de morele plicht zwaarder? In het geval van i) hoe weten we dit? De studies die hebben laten zien dat migranten meer toevoegen aan de economie dan dat ze kosten is gebaseerd op landen die geen open grenzen hadden. Tegenstanders van open grenzen zouden kunnen zeggen dat als de grenzen daadwerkelijk 100% open zouden zijn, (vooral als slechts één land dit doet) dit niet meer per se het geval zou zijn. In het geval van ii) is de claim dat ook als het “onhoudbaar” is, de morele plicht zwaarder weegt. Ten eerste zou het economische argument dan niet meer nodig zijn. Ten tweede, wat wordt er dan bedoeld met “onhoudbaar”? Extreem negatieve consequenties? Zouden geen mogelijke consequenties zwaar genoeg wegen om een aantal limieten aan migratie te stellen? Als laatste nog een vraag over Rawls; zover ik begrepen had gaat zijn Theory of Justice over een “closed system”, en is dit dus niet gepast om het migratieprobleem te bespreken.

Comments are closed.