Door Harmen Ghijsen (Postdoc Radboud Universiteit Nijmegen)

Deze week lanceerde SIRE de nieuwe campagne Laat jij jouw jongen genoeg jongen zijn? om “alle Nederlandse opvoeders aan het denken te zetten over hun gedrag ten aanzien van jongens. Zodat jongens de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen op de manier die bij hen past” (zie de website van SIRE). Hoewel SIRE terecht wijst op een aantal opmerkelijke verschillen in de manier waarop jongens en meisjes worden behandeld, slaan ze de plank behoorlijk mis met deze campagne. Het expliciet bekrachtigen van stereotypes over jongens is niet goed voor jongens noch voor meisjes.

De feiten

Laten we beginnen met een paar van de feiten die SIRE noemt ter rechtvaardiging van de campagne:

  • Jongens worden in de klas onbewust 3 keer zo vaak als meisjes berispt voor hetzelfde gedrag.
  • Meisjes krijgen vaker een hoger schooladvies dan jongens.
  • In het passend onderwijs voor kinderen met leer- en/of gedragsproblemen zitten 3 keer zo veel jongens als meisjes.
  • Ten opzichte van meisjes krijgen jongens 4 keer vaker de diagnose ADHD en 5 keer vaker medicatie als meisjes.

De conclusie die SIRE aan deze feiten lijkt te willen verbinden, is dat het gedrag van jongens onterecht vaak als storend en problematisch wordt ervaren in vergelijking met het gedrag van meisjes – en dat terwijl jongens nu eenmaal van nature meer leren door “te ontdekken, te experimenteren, risico’s te nemen, te doen.” De aangewezen oplossing is dan ook dat opvoeders voor jongens de ruimte creëren voor manieren van leren die ook buiten de boeken en schoolbanken kunnen plaatsvinden. Je zou bijna denken dat SIRE wil zeggen: laat die meiden maar rustig met hun neus in de boeken zitten, jongens moeten lekker kunnen ravotten in de buitenlucht! Hoewel de feiten aangeven dat er een reëel probleem is, is de diagnose (jongens zijn van nature doeners) en aangedragen oplossing (jongens zullen beter presteren door meer te kunnen doen) op zijn zachtst gezegd voorbarig.

Bekrachtiging van stereotypes

Zelfs als het zo zou zijn dat jongens in het algemeen meer doener zijn en meer risico’s nemen dan meisjes, dan nog zijn er genoeg jongens en meisjes die niet aan dit stereotype voldoen. Door deze stereotypes toch in wijdverspreide nationale campagnes te bekrachtigen, zullen deze laatste jongens en meisjes nog meer door zichzelf, hun opvoeders en anderen als uitzonderingen worden gezien, als jongens en meisjes die niet genoeg jongens en meisjes zijn.

Belangrijker nog voor de campagne van SIRE is dat er een grote kans is dat verspreiding van het stereotype “Jongens zijn doeners!” juist leidt tot grotere ongewenste verschillen in de behandeling en prestaties van jongens en meisjes. Zo zouden jongens zichzelf kunnen gaan beschouwen als doeners, waardoor ze bij voorbaat al minder goed studeren voor proefwerken (self-fulfilling prophecy); ze zouden minder goed kunnen presteren op proefwerken doordat ze weten dat ze als doeners worden beschouwd (stereotype threat); en bovenal zullen de verwachtingen en daarmee het gedrag van opvoeders en onderwijzers ten opzichte van jongens en meisjes worden beïnvloed door de verspreiding van genderstereotypes. Dit laatste punt is extra belangrijk, aangezien het bekend is dat wat mensen verwachten ook daadwerkelijk invloed heeft op wat mensen waarnemen (zie hierover mijn vorige blog): als jongens dus bekend staan als druktemakers, dan is het geen wonder dat zij vaak als aanstichters van onrust worden gezien. Het is ook zeer ironisch dat in het onderzoek dat aantoont dat jongens in de klas onbewust drie keer zo vaak als meisjes worden berispt voor hetzelfde gedrag (namelijk: kletsen), juist het stereotype van jongens als druktemakers wordt aangehaald als mogelijke verklaring, een stereotype dat nog eens extra wordt bekrachtigd door de SIRE-campagne.

De discussie aanjagen

Nu zou men kunnen zeggen dat het belangrijkste doel van SIRE wel degelijk wordt bereikt door hun chargerende campagne. SIRE wil immers met name de discussie aanjagen over de problemen die er zijn met betrekking tot hoe jongens en meisjes worden behandeld door opvoeders. Nu is het voeren van een discussie naar aanleiding van een campagne wel mooi en aardig, maar toch zullen de beelden en slogans van de campagne het meest bij mensen blijven hangen. En juist die beelden en slogans versterken genderstereotypes die gedeeltelijk ten grondslag kunnen liggen aan de problemen die er zijn. Een gezaghebbende campagnemaker als SIRE zou zich terdege bewust moeten zijn van de kracht van reclame en de gevaarlijke effecten van het verspreiden van maatschappelijke stereotypes, maar het feit dat SIRE met juist deze campagne op de proppen is gekomen geeft aan dat die bewustwording er in ieder geval nog niet is. Misschien een idee voor een volgende campagne?


Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend

17 Comments

  1. Goed geschreven blog!
    Toch vraag ik me af of het zinvol is om de discussie te framen in termen van stereotypen (en de mogelijke gevolgen van die stereotypen voor individuen). Immers, in zekere zin probeert SIRE juist negatieve consequences van stereotypering aan te pakken: namelijk dat het stereotype van een ‘goede leerling’ negatieve consequenties heeft voor veel (maar niet per se alle) jongens.
    De vraag wordt dan in feite “welk stereotype is kwalijker?”, en dat is denk ik een uitermate gevoelige kwestie.

    1. Het probleem is juist dat SIRE zich niet lijkt te richten op het stereotype van een ‘goede leerling’, maar in het beste geval op dat van een ‘goede jongensleerling’ en ondertussen (onbedoeld?) stereotypes over jongens en meisjes onderstreept. Hoewel je misschien gelijk hebt dat je er in zekere zin niet aan ontkomt altijd weer nieuwe stereotypes op te roepen, zou er in dit geval meer moeten zijn nagedacht over de manier waarop een bepaald probleem wordt aangepakt. Waarom niet een campagne die zich richt op verschillende manieren van leren en verschillende typen leerlingen in het algemeen? Bovendien zijn genderstereotypes in dit geval zeker kwalijk, aangezien die juist ten grondslag kunnen liggen aan de effecten waartegen de campagne strijdt.

  2. “Het is ook zeer ironisch dat… het stereotype van jongens als druktemakers wordt aangehaald als mogelijke verklaring ….”
    Waarom vind u dat zeer ironisch, meent u wellicht dat stereotypen per definitie onjuist zijn? Wikipedia (ook door u geciteerd) vermeldt bij het Stereotype … These thoughts or beliefs may or may not accurately reflect reality….

    1. Zeker zijn stereotypen niet per definitie onjuist. Het is ironisch dat SIRE met deze campagne een stereotype versterkt dat in een van de door hen zelf gebruikte onderzoeken juist als mogelijke verklaring van het probleem wordt genoemd.

      1. ALS het stereotype in dit geval juist zou kunnen zijn, DAN zou men dit stereotype als mogelijke verklaring kunnen zien; dat is niet ironisch maar logisch. Als u beweert dat SIRE “de plank behoorlijk mis” slaat, dan zou u daarvoor argumenten moeten geven. Bijvoorbeeld aantonen dat het stereotype in dit geval niet juist is. Het volstaat niet te schrijven “stereotypering”, althans niet als men een wetenschappelijke benadering pretendeert.

      2. Laat ik hier in reactie op Leo van Exels bericht van 1 augustus nog aan toevoegen dat het bestaan van een stereotype van jongens als druktemakers ook als mogelijke verklaring van het probleem kan worden gezien zelfs als dit stereotype niet accuraat is. Zolang men maar het beeld heeft van jongens als druktemakers, zelfs als dit beeld nergens op gebaseerd is, kan dit verklaren waarom jongens vaker dan meisjes voor hetzelfde gedrag worden bestraft.
        Verder doelde ik met de plank misslaan niet zozeer op de al dan niet statistische accuraatheid van het stereotype dat er van jongens wordt geschetst, maar (zoals Veronica Vasterling hieronder al correct aangaf) op de aanpak die wordt gekozen om een reëel probleem aan de kaak te stellen.

  3. Misschien dat de omzet van Dyneema jongensbroekjes toeneemt? Het blijft reclame.
    http://www.laatjijjouwjongengenoegjongenzijn.nl/#deze-broek-is-onverwoestbaar-probeer-maar
    Ik sluit me aan bij de eerste vraag die bij HU lector Reint Jan Renes opkwam in de VK van vandaag; zijn de problemen op?
    Verder is er natuurlijk een competitie die gaat om wie van de culturele identiteiten het meest lijdt en daar staan witte heteroseksuele mensen van het mannelijk geslacht vrijwel altijd onderaan. https://www.groene.nl/artikel/wie-is-het-meest-gekwetst

  4. De onderliggende opvatting van Harmen Thijssen is kennelijk dat het verkeerd is om verschil in benadering van jongens en meisjes voor te staan (‘stereotypering’) omdat gelijke benadering prioriteit heeft. Verschil maken, zeker als je dat in algemene termen doet, zoals SIRE, betekent benadeling.
    Nu kun je van mening verschillen over de mate van verschil en de soort verschillen tussen jongens en meisjes, maar verschil is er wel degelijk. Zo is er ook verschil tussen kinderen van, zeg, 7 en 10 jaar. Of tussen kinderen die uit totaal verschillende milieus komen. Maar verschil maken moet daarbij juist! Een andere benadering getuigt van een pricipiëel gelijkwaardige behandeling: ieder kind verdient een passende benadering. Daar hoort ook bij dat het kind een jongen is. Juist het ontkennen van grosso modo verschillen tussen jongens en meisjes werkt discriminerend.
    De verklaring voor het ontbreken van die nuancering ligt overigens voor een belangrijk deel in de feminisering van het basisonderwijs. Meesters zijn er dun gezaaid, juffen maken qua schoolcultuur de dienst uit. Dat geldt niet alleen voor de pedagogische benadering van de kinderen, maar ook voor de collegiale cultuur binnen basisscholen en de verhouding tussen leerkrachten en ouders, om een paar andere effecten te noemen.
    De gevolgen zijn wat de kinderen betreft zichtbaar in de lagere toetsscores van jongens, maar zijn ook zichtbaar in de lage salarissen van leerkrachten: het gros van de vrouwelijke leerkrachten is nauwelijks bereid echt actie te voeren voor hun rechtspositie. (De laatste actie op 27 juni duurde één uur… en de initiatiefnemer was een man: Jan van de Ven, de voorlaatste actie (1dag) was in 2012, daarvoor in 2001, dáárvoor in de jaren tachtig!).

    1. Mijn onderliggende opvatting is niet dat het per se verkeerd is om verschil in benadering van jongens en meisjes voor te staan. Wel is het verkeerd om op voorbarige en ongenuanceerde wijze verschil te maken tussen jongens en meisjes, en al helemaal als dit de boodschap van een grootschalige reclamecampagne is.

      1. Maar als ik Leo van Exel goed begrijp, moet eerst nog de voorbarige en ongenuanceerde wijze van de boodschap aangetoond worden. Dit misschien omdat de achterliggende cijfers wel een genuanceerd beeld geven over de verschillen (in gevolgen) voor de leerplichtige jongens en meisjes. Het gedrag kan immers bij beide seksen voorkomen, maar de gevolgen zijn anders doordat -althans dat is een aanname- seksestereotypering een grote rol speelt bij de interpretatie van- en gevolgen voor- bepaald gedrag. Althans volgens de gevraagde experts achter de campagne. Het staat ons allemaal vrij om daar iets van te vinden en wellicht leidt het tot een ander perspectief of nieuw inzicht. En dat lijkt de bedoeling van SIRE.
        Zelf ben ik niet overtuigd dat kindergedrag tegenwoordig steviger aan banden wordt gelegd dan vroeger. Waarmee ik dus vraagtekens zet bij de veronderstelde oorzaak van bepaalde gevolgen in het spotje.
        Andersom is het een interessante vraag of stereotypering van jongens- en meisjesgedrag niet, minder, of anders zou bestaan als er geen SIRE spotje was gemaakt.
        En als docent ben ik eerder benieuwd naar de toenemende verschillen op latere leefijd als het gaat om onderwijs. Cijfers over uitval, afstroom, opleidingskeuze en opleidingsniveau zijn significant anders tussen de seksen en dat verschil lijkt nog toe te nemen.
        Knuppel in hoenderhok: vinden we een op gelijkheid gericht quotum voor aantallen per sekse op PABO en zorgopleidingen een goed idee? (Niet zozeer vanuit de monocausale en moeilijk verifieerbare verklaring die “feminisering van beroepsgroep” als oorzaak van problemen ziet, maar meer vanuit gelijkheidsbeginsel dat ook in topfuncties wordt nagestreefd)

    2. Ik heb de bijdrage van Harmen Ghijsen anders gelezen. De kern van zijn verhaal is dat de SIRE campagne de verkeerde benadering kiest voor een reëel probleem, namelijk het versterken van genderstereotypen om de leerachterstand van jongens te verhelpen. Ook ik ben van mening dat dat de zaak meer schade dan goed doet. Gaan jongens de gemiddelde leerachterstand werkelijk inhalen wanneer ze – nog meer dan nu al het geval is – te horen krijgen dat ze te ‘beweeglijk’ zijn voor discipline en concentratie? Die boodschap krijgen ze al te veel en die doet hun zelfbeeld geen goed, is mijn indruk. Wat ik me afvraag is waarom de stevige leervoorsprong die jongens op meisjes hadden in vrij korte tijd is omgeslagen in zijn tegendeel? Deze vraag heeft geen simpel antwoord. Dat er merendeels vrouwen voor de klas staan kan een factor zijn. In ieder geval zou het veel beter zijn – alleen al om stereotypevorming te voorkomen – als er afspiegeling van de maatschappij voor de klas zou staan. Verder spelen verschillen in ‘leerstijl’ tussen jongens en meisjes ongetwijfeld een rol maar dat wil nog niet zeggen andere m/v verschillen daarvan de oorzaak zijn. Psychologisch onderzoek naar genderverschillen toont aan dat de gemiddelde m/v verschillen minimaal zijn in vergelijking met de onderlinge verschillen binnen de groep mannen en vrouwen (zie Janet S. Hyde 2005 en 2014). Precies om die reden zijn uitspraken over m/v verschillen eigenlijk altijd meer stereotype dan waarheid omdat ze de – wetenschappelijk aangetoonde – werkelijkheid van grote verschillen tussen jongens onderling en meisjes onderling verhullen en ontkennen.

      1. Veel SIRE spotjes stellen gedrag aan de kaak. Als dit specifieke spotje stereotypeversterkend werkt is de vraag of dat niet voor elk spotje van SIRE geldt. En elk ander spotje dat bepaald gedrag aan de kaak stelt. Elke poging om gedrag aan specifieke identiteitsgroepen toe te kennen is min of meer stereotyperend. In dit geval misschien zelfs wel seksistisch.
        Het gaat in dit geval om een groep minderjarige en jonge kinderen -meest jongetjes- met bepaald typisch gedrag en die groep wordt anders bejegend wordt door een groep volwassenen. En dit gedrag van de volwassen opvoeders is enerzijds vanwege de stereotypering die gepaard gaat met een seksegroep die opvallend vaker het aan de kaak gestelde deviant gedrag vertoont en anderzijds wordt er gesteld dat we tegenwoordig iets sneller en/of vaker deviant vinden of zelfs als deviant diagnosticeren. En dat heeft weer negatieve gevolgen voor die groep kinderen.
        Ik lees niet dat het primair over tegenvallende leerresultaten zou gaan. Hoewel dit wel een gevolg kan zijn van gedrag dat niet als passend binnen een schoolsituatie wordt gezien.
        SIRE ziet eigenlijk graag dat er meer tolerantie en ruimte komt bij de volwassen opvoeders. Of dat die opvoeders minimaal gaan nadenken over hun eigen rol.
        Dat is qua aandacht vragen niet veel anders dan de onbekende volwassen man die zondags het vlees komt snijden, de meid die als boodschap krijgt dat ze goed op haar toekomst dient te zijn voorbereid, of de vuurwerkstunter die als een soort koe gezien wordt.
        Misschien dat al die spotjes wel niet werken.

  5. Casper Thomas wijdt er deze week in de Groene een artikel aan. De SIRE-spot is ‘een stap terug in de aanhoudende poging om verwacht gedrag van minderjarigen los te koppelen van hun geslachtskenmerken.’ SIRE maakt sexe-tegenstellingen tot een existentieel vraagstuk. Ouders worden door SIRE ten onrechte aangevallen op een te beschermende houding. SIRE gebruikt jaren 50-beelden van jongens en stelt simplistische oplossingen voor. Thomas erkent echter dat er wel degelijk wat aan de hand is met het gedrag van jongens.
    Ook hier wordt de boodschapper dus onthoofd.

  6. Het probleem wat ik heb met de SIRE-campagne is dat ik deze onvoldoende gegrond vind. Ik zou verwachten dat ik op de site van SIRE een hoop wetenschappelijke referenties zou kunnen terugvinden over hoe jongens leren en dat ze hier nu in geremd worden doordat ze geremd worden in hun ‘jongensachtige’ gedrag. Dat zou een mooie basis voor haar campagne kunnen zijn. Deze referenties zijn er echter niet. Bij het grote publiek (dit is speculatie) komt SIRE volgens mij over als een stichting die banden heeft met de overheid, echter het is gewoon een denktank van de communicatiebranche; maw het is geen gezaghebbende opiniedrager, terwijl dit wel zo overkomt. Daar zou vooral wat aan gedaan moeten worden door de verschillende reclamebeheerders, dan komt hun hele boodschap meteen in een beter daglicht te staan.
    Het lijkt erop of SIRE uitgaat van een niet onderbouwd stereotype beeld dat in de samenleving heerst over hoe met jongens wordt omgegaan. Niettemin kan SIRE wel gelijk hebben natuurlijk; het kan zo zijn dat jongens slechter presteren doordat ze niet op een manier kunnen leren die voor bij hun aanleg past; dit lijkt me zeker een discussie waard. Op dit laatste punt voel ik enig ongemak bij je artikel; zoals er de ‘rechtse’ pavlovreactie bestaat op opiniemakers die racismeproblematiek of genderproblematiek aan de kaak willen stellen, zo bestaat er ook een ‘linkse’ pavlovreactie op islamkritiek en categorisatie van mensen. Laten we oppassen dat we het kind niet met het badwater weggooien door te boodschap van SIRE naast ons neer te leggen met de signalering dat SIRE’s campagne niet onderbouwd is en mogelijk een beetje stereotypeert, want dat jongens slechter presteren dan meisjes is een probleem dat de aandacht vraagt en waarbij oplossingen wel degelijk onder andere in de richting die SIRE aangeeft zouden kunnen liggen (https://decorrespondent.nl/2904/waarom-jongens-op-school-slechter-presteren-en-hoe-je-dat-tegengaat/200959704-336a29a4).

  7. Vraag is wat de redenen voor gedrag zijn. Presteren moest voorheen ook al. En eigenlijk mocht er in de jaren 50 veel minder dan er nu mag. Alleen bestond DSM nog niet zoals hij nu bestaat.
    Dus weer een knuppel in het hoenderhok: je kunt het ook omdraaien, Clara. De gevolgen voor ongewenst gedrag blijven te lang uit: heldere eisen stellen en daar directe gevolgen aan verbinden.

Comments are closed.