Door Julien Kloeg (Universitair docent Erasmus University College)

You did it! Congratulations to Greece and its people on ending the programme of financial assistance. With huge efforts and European solidarity you seized the day.
— Donald Tusk (@eucopresident) 20 augustus 2018

Politieke discussie stuit soms op grenzen. Het is bijvoorbeeld erg moeilijk om economische groei ter discussie te stellen, en het was, in ieder geval tot voor kort, moeilijk om in Nederland structurele ongelijkheid aan te kaarten.

Deze voorbeelden gaan over beleid, maar ook politieke filosofie zet regelmatig bepaalde zaken vast. Als hier kritisch over wordt gesproken, valt vaak de term ‘depolitisering’. Een bekende variant van zulke kritiek verzet zich tegen een neutrale voorstelling van een probleem, zodat het op voorhand al niet meer ‘politiek’ kan zijn. Tusks tweet hierboven is daar mijns inziens een duidelijk voorbeeld van.

Enige context: Donald Tusk, de voorzitter van de Europese Raad, sluit hier aan bij de recente ‘beëindiging’ van het Europese noodhulpprogramma aan Griekenland. Maar hoe depolitiseert Tusk hier dan precies?

Kanttekeningen bij Europese solidariteit

Het concept ‘Europese solidariteit’ functioneert binnen zijn tweet op een twijfelachtige manier. Tusk suggereert dat het Europa-gevoel zich spontaan meester heeft gemaakt van de Griekse bevolking en dat daardoor (wel na ‘enorme inspanning’) Griekenland nu in financieel opzicht op eigen benen kan staan. Dat is natuurlijk wel een felicitatie waard.

Toch liggen de zaken niet zo eenvoudig als ze in de tweet worden voorgesteld.

Ten eerste: #thisisacoup was trending toen het pakket aan financiële maatregelen dat Tusk hier noemt aan Griekenland werd voorgesteld. Er was en is een politieke en theoretische discussie over het ‘opleggen’ van dit pakket door de EU zelf, wat neer zou komen op een machtsovername door de EU in Griekenland. Het pakket zelf werd in ieder geval voorgesteld als een kwestie van pure noodzaak. Mensen die kritiek hadden op de snoeiharde bezuinigingen zouden simpelweg te weinig kaas van macro-economie hebben gegeten.

Ten tweede: het is zeer de vraag of het goede nieuws wel zo goed is. Yanis Varoufakis, zelf natuurlijk een uitgesproken tegenstander van het pakket, stelt vast dat er nog moeilijke jaren aankomen voor de Grieken: volgens Varoufakis gaat Griekenland een volgende fase van het aflossingsprogramma in. Een fase die nog tot 2060 duurt en alle lagen van de bevolking onverminderd hard zal raken. Er is allerminst reden voor een feestje.

Een derde complicerende factor wordt aangegeven in de recente uitgave van de Eurobarometer, waarin de EU burgers naar lidstaat ondervraagt op onder andere hun vertrouwen in de EU. 27% van de Grieken geeft op dit moment de respons tend to trust [the EU]. 69% tend not to trust (en 4% don’t know). De laagste score van alle lidstaten. Kan een hoge EU-functionaris met recht melden dat de Griekse bevolking, die de EU tegelijkertijd slechts zeer beperkt vertrouwt, een EU-pakket heeft kunnen aflossen uit Europese solidariteit?

Tusk was uiteraard niet in de gelegenheid om al deze zaken in zijn tweet te benoemen: veel te veel tekst. De taal die hij wél gebruikt spreekt echter boekdelen. Hij zet een welbepaald frame om de discussie rond ‘de Griekse kwestie’: het gaat uiteindelijk om Europese solidariteit, en dus niet om het met enige dwang opleggen van een bepaald pakket door de EU aan Griekenland.

Kenmerken van depolitisering

We kunnen met dit materiaal een drietal conclusies trekken ten aanzien van depolitisering als concept:

  1. ‘Depolitisering’ signaleert een onderscheid tussen zaken die wel, en zaken die niet tot onderwerp van politieke discussie kunnen worden gemaakt. Dit komt voort uit het frame en wat dat frame in- en uitsluit; wat er binnen en buiten valt;
  2. Depolitisering speelt zich af op het niveau van (impliciete) claims. Daarbij kan een depolitiserende claim (bijvoorbeeld over Europese solidariteit) soms zelf politiek gemotiveerd en/of politiek werkzaam zijn. In zulke gevallen is er sprake van een politieke manoeuvre die van zichzelf wil verhullen dat ze politiek is. Voor zover dit slaagt kan de claim vervolgens invloed hebben op de politiek, bijvoorbeeld de nationale politiek van Griekenland. Dit haakt aan bij de notie van symbolische werkzaamheid die na de Tweede Wereldoorlog werd ontwikkeld door Claude Lévi-Strauss (cultureel antropoloog) en Claude Lefort (politiek filosoof);
  3. De diagnose van depolitisering laat zien dat de institutionele politiek, zoals Tusks Europese Raad, weliswaar ‘politiek’ van aard is, maar depolitiserende effecten kan hebben. Dit verwijst naar een onderscheid tussen institutionele politiek enerzijds en ‘het politieke’ anderzijds; een onderscheid dat teruggaat tot de twintigste-eeuwse filosoof Carl Schmitt (maar eigenlijk nog veel verder).

We kunnen deze drie kenmerken van depolitisering gebruiken om duidelijk te maken hoe zaken niet meer of juist wel weer als politiek worden gezien. Denk voor dit laatste in Nederland onder meer aan de discussie rond etnisch profileren door de politie en de gevolgen van het leenstelsel voor (toekomstige) afgestudeerden. Aanvankelijk waren deze kwesties gedepolitiseerd – in Nederland is iedereen gelijk, studieschulden zullen niet als gewone schulden worden behandeld. Op een gegeven moment werden ze ‘ineens’ onderwerp van politieke discussie.

Hiermee rijzen echter allerlei nieuwe vragen die ik hier niet in detail kan behandelen. Een greep: Wat is de betekenis van het politieke als we ons niet meer naar instituties richten? Is het niet juist wenselijk dat sommige zaken buiten de politiek worden gehouden? Is het überhaupt mogelijk om consistent politiek te zijn, dat wil zeggen, niét te depolitiseren?

Een filosofische opgave

Terug naar Tusks tweet. Daaruit spreekt een bepaald frame dat wordt opgelegd aan de discussie over Griekenland. Dit toont ons een aantal kenmerken van depolitisering: zaken worden (impliciet) geclaimd als niet-aanvechtbaar, soms door de politiek zelf en/of politiek gemotiveerd.

Ik denk dat het analyseren van deze kenmerken binnen maatschappelijke discussies over nationale en Europese politiek, maar bijvoorbeeld ook burgerschap, een belangrijke opgave voor de politieke filosofie van vandaag is. Alleen door frames zichtbaar te maken en ze niet zonder meer over te nemen kunnen we duidelijk maken wat er in de samenleving en in de politiek daadwerkelijk op het spel staat.


Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend